Een persoon (in silhouette) met een capuchon en een raar, bijna lichtgevend masker. In de donkere achtergrond is rook en zijn er een vijftal felle lampen.
Foto: Sebastiaan Stam, via Pexels

De groei van gezondheid-suprematisme

Maarten Steenhagen
14 min readMay 15, 2022

--

De coronapandemie is een broeinest gebleken voor een ideologie die ik gezondheid-suprematisme noem. Ja, dat is een mondvol. Maar het dekt de lading beter dan andere woorden die ik kon vinden. Het gaat om een suprematistische ideologie die zich toespitst op een onrealistisch ideaal van gezondheid. En die ideologie grijpt steeds meer om zich heen.

Net als bij wit suprematisme (“er is een superieur ras”) of mannelijk suprematisme (“er is een superieur gender”) begint gezondheid-suprematisme met een gefantaseerde tweedeling van de wereld in zogenaamd ‘superieure’ en ‘inferieure’ mensen. In dit geval wordt die gemaakt aan de hand van iemands veronderstelde gezondheid. Mensen die van nature gezond zouden zijn staan in deze fantasie sociaal en moreel boven een ieder die één of andere vorm van beperking van diens gezondheid heeft — iemand die ziek is of misschien aanpassingen of specifieke voorzieningen nodig heeft.

Het is belangrijk om te zien dat de kern van gezondheid-suprematisme een stukje fantasie is. Het idee dat er zoiets bestaat als een ‘van nature gezond’ persoon, iemand die van aanleg niet (ernstig) ziek of gehandicapt is of kan worden, is een fantasie. Zo iemand bestaat immers niet. Gezondheid is een van de meest kwetsbare en situatie-afhankelijke dingen in ons leven. Ieder van ons is altijd één infectie of één ongeval verwijderd van een ziekte of een beperking. Als het op gezondheid aankomt, dan zijn we allemaal kwetsbaar.

Natuurlijk ontken ik niet dat er structurele ongelijkheden zijn in gezondheid. Als je je geen eten kunt veroorloven, geen toegang hebt tot medicijnen of controles, of als je in een wijk met veel luchtvervuiling woont, dan zal je gezondheid daaronder lijden. Structurele ongelijkheden die leiden tot verschillen in gezondheid zijn precies waarom we iemands gezondheid niet als een essentiële eigenschap kunnen behandelen. Je gezondheid hangt grotendeels af van je omgeving en kansen. Desalniettemin is het idee van gezondheid als één of andere essentie precies waar gezondheid-suprematisme van uitgaat: sommige mensen worden als intrinsiek gezond afgeschilderd.

En de gezondheid-suprematist wil dat iedereen meegaat in deze gedachte. Ze wil dat iedereen gezondheid gaat zien als één of andere natuurlijke, biologische kracht die diep binnenin je lichaam zou zitten. Want op die manier kan ze een bepaalde vorm van wij/zij-denken in stand houden. Een ​​goede gezondheid zou een inherente eigenschap zijn van bepaalde personen, en niet van anderen. Als je toevallig geen goede gezondheid hebt, dan val je buiten de boot; dan zou je die zogenaamde kracht missen en ben je ‘anders’. Deze opvatting van gezondheid als een essentieel kenmerk van sommigen (maar niet van anderen) legt de basis voor een suprematistisch beeld van de maatschappij. Een wereldbeeld waarin een specifieke groep — de mensen die ‘van nature gezond’ zouden zijn — een bevoorrechte plek in mag nemen in de samenleving.

Hoe de pandemie het suprematisme aanwakkerde

Tijdens de coronapandemie is gezondheid-suprematisme alleen maar sterker aan het worden. Al heel vroeg bracht de maatschappelijke opvatting van COVID-19 een ​​tweedeling tot stand. De fantasie van ‘superieure’ en ‘inferieure’ mensen werd aangewakkerd door hoe de regering het over ‘de kwetsbaren’ begon te hebben. Mensen die ouder waren en mogelijk een zwakker immuunsysteem hadden, of mensen met ‘onderliggende aandoeningen’ of ‘co-morbiditeiten’, die werden meer en meer als één of ander sociaal probleem afgeschilderd. Na twee jaar van dit soort retoriek wordt COVID-19 inmiddels door velen weggewuifd als een ziekte die alleen degenen schaadt die toch al ‘beschadigd’ zouden zijn. Alsof het om een infectie zou gaan die alleen die mensen ziek maakt die op de één of andere manier zogenaamd al aanleg zouden hebben gehad om ziek te worden. “Als dit virus hen niet gevloerd had”, begonnen vrienden om me heen te zeggen, “dan zou iets anders dat wel gedaan hebben.” Of: “Ik maak me geen zorgen, ik heb van nature een sterk gestel”.

Hoe is dit fantasieverhaal zo populair geworden? Ik weet het niet. Waarschijnlijk hangt het samen met reeds bestaande vooroordelen over mensen met chronische aandoeningen of beperkingen, waar dit soort retoriek makkelijk op aanhaakt. Maar ik zie het verhaal zelfs omarmd worden door mensen die beter hadden moeten weten—mensen die zich op alle andere fronten wél uitspreken tegen fascisme, discriminatie, uitsluiting, of die beweren te vechten voor sociale rechtvaardigheid en inclusie.

In de praktijk heeft SARS-CoV-2 elke laag van de bevolking getroffen (hoewel beslist niet in gelijke mate). Artsen moeten keer op keer weer herhalen dat iedereen risico loopt. Het coronavirus treft de samenleving als gehéél. En toch blijven velen het fabeltje herhalen dat COVID-19 een ‘milde’ ziekte zou zijn, die een ‘van nature gezond lichaam’ gemakkelijk zou moeten kunnen weerstaan. Ja, een boel mensen worden natuurlijk wél ernstig ziek. Maar die mensen, zo gaat het riedeltje, die moeten dan op de één of andere manier al ‘anders’ zijn geweest.

De manier waarop gezondheid-suprematistisme doordringt in de taal, het denken, en het gedrag van mensen lijkt met iedere nieuwe golf van de pandemie wel sterker te worden. Inmiddels is ons beeld van de samenleving bijna in tweeën gesplitst: de zogenaamd superieure, ‘gezonde’ mensen aan de ene kant, en degenen die als inferieur, ‘kwetsbaar’ worden beschouwd aan de andere kant. Zo’n ideologische opsplitsing van de samenleving laat op den duur niemand onberoerd. Het zet iedereen onder druk om de vraag te beantwoorden: Tot welke groep behoor ik dan?

Hoe uit gezondheid-suprematisme zich?

Iedere ideologie vertaalt zich uiteindelijk in gedrag. Vaak gebeurt dit op een manier die onbewust is. Iemand kan namelijk een ideologie uitdragen zonder zich hier van bewust te zijn. Dit komt omdat veel van wat mensen zeggen en doen berust op vormen van imitatie en het gebruiken van woorden en handelingen die ze in andere mensen hebben gezien. Dit is voor gezondheid-suprematisme niet anders.

Ook vóór de pandemie scheen gezondheid-suprematistisch gedachtengoed al door in de Nederlandse maatschappij. Dat kon je duidelijk zien aan hoe wijdverbreid discriminatie op basis van beperking was, en hoe bepaalde beleidslijnen van de overheid al eugenetische trekjes hadden (waarover later meer). Maar het lijkt erop dat suprematistisch denken de afgelopen twee jaar vele malen invloedrijker is geworden. Om deze invloed te kunnen zien is het handig om een onderscheid te maken tussen expliciete uitingen van suprematisme, en impliciete uitigen.

Expliciete uitingen van gezondheid-suprematisme zijn moeilijk over het hoofd te zien. Ze zijn vaak luid en prominent. Ze zijn met opzet spectaculair en symbolisch, zoals je wel vaker ziet met extreemrechtse ideologieën. Zo bezien was de berichtgeving van data-wetenschapper en activist Emily Gorcenski in 2017 over de Unite the Right-bijeenkomst in Charlottesville (VS) vooruitziend: extreemrechtse activisten slaan steeds meer de handen ineen ​​om hun bereik te vergroten. In de zomer van 2020 organiseerde de anti-vaxxer Piers Corbyn op Trafalgar Square in Londen een aanzienlijk anti-mondkapjes-protest. Het was echt bedoeld om de aandacht te trekken. Socioloog Phil Burton-Cartledge beschrijft hoe dit protest een heel scala aan extreemrechtse activisten aantrok: onder andere de Britse Unie van Fascisten, klimaatontkenners, en aanhangers van de verzonnen QAnon-samenzwering. Een soortgelijke bijeenkomst vond plaats in april 2022 in Los Angeles, waar activisten borden bij zich droegen waarop (ten onrechte) werd beweerd dat vaccins gevaarlijk zouden zijn, en die opriepen om ‘medische vrijheid’ te verdedigen. Rolling Stone-journalist Eric Levai beschreef wat hij daar zag als “een strak verpakte fascistische telethon met een onheilspellende waarschuwing voor wat ons te wachten staat”. Een jaar eerder probeerde een groep neofascistische ‘Proud Boys’ in dezelfde stad gewelddadig mensen hun masker af te grissen. Een rauw, openbaar vertoon van suprematistische emotie.

Dit zijn openlijke en symbolische uitvoeringen van gezondheid-suprematisme: ze demonstreren tegen volksgezondheidsmaatregelen, vaak op een geweldadige of provocerende manier. Volgens de suprematist hebben de zogenaamd ‘superieure’, ‘natuurlijk gezonde’ mensen die maatregelen namelijk niet nodig, en hebben de zogenaamd ‘inferieure’ mensen zulke maatregelen niet verdiend. (Het spreekt voor zich dat dit een misselijkmakende zienswijze is. Ik beschrijf het hier puur om het makkelijker te maken om te herkennen wat er gebeurt, zodat we het kunnen proberen te ontmantelen.)

Een mensenmassa op Trafalgar Square in Londen. De mensen protesteren tegen coronamaatregelen. Sommigen houden een protestbord omhoog. Niemand draagt een mondkapje. In de achtergrond staat Nelson’s Column.
Foto: Ehimetalor Akhere Unuabona opUnsplash

Impliciete vormen van suprematisme op het gebied van gezondheid kunnen glibberiger zijn en vele vormen aannemen. Het kan komen in de vorm van institutionele discriminatie, uitsluiting, covid-ontkenning en micro-agressie. Tijdens de pandemie zag je het in hoe regeringswoordvoerders de bevinding dat vooral mensen met reeds bestaande gezondheidsproblemen doodgaan aan covid als goed nieuws presenteerden. Alsof iemands ziekte of dood er minder toe zou doen, alleen omdat die persoon astma of suikerziekte had? Of denk aan mensen die zeggen: “Als je nu nog geen covid hebt gehad, heb je geen vrienden” (iets dat ik onderhand meermaals ben tegengekomen). Alsof iedereen die probeert besmetting met SARS te voorkomen een sociale paria zou zijn?

De pandemie heeft nog veel meer impliciet gezondheid-suprematisme bevorderd. Een werkgever die werknemers dwingt om naar kantoor te komen, zonder maatregelen te treffen om infectie te voorkomen. Een vrijwilligersgroep die niet bereid is om mensen online aan haar maandelijkse bijeenkomsten te laten deelnemen. Een vriendenkring die je laat vallen omdat je het liefst buiten of met mondkapje op wilt afspreken, wat ze ‘nu niet meer leuk’ vinden. Of denk aan het wijdverbreide idee dat de pandemie voorbij zou zijn — zelfs al raken er dagelijks nog duizenden mensen besmet, zelfs al neemt de werkzaamheid van vaccins in de loop van de tijd ernstig af, zelfs al is lange covid wijdverbreid en op het moment onbehandelbaar. Al deze patronen brengen stilzwijgend, maar onmiskenbaar, een duidelijk suprematistisch sentiment over: ‘Als jij covid niet van nature kunt weerstaan, dan moet jij hier misschien helemaal niet zijn.’

Misschien wel de meest dramatische vorm van alledaags gezondheid-suprematisme ingegeven door de pandemie is de irrationeel sterke weerstand tegen mondkapjes in veel Europese landen. Deze onredelijke afkeer van gezichtsmaskers blijft me elke dag verbijsteren. Mondmaskers zijn een eenvoudige en bewezen effectieve maatregel om anderen te helpen beschermen en de verspreiding van een virus te beperken. Schijnbaar vinden velen de kleine moeite van het dragen van een masker oneindig veel belangrijker dan de bescherming die het anderen biedt? En dat terwijl ze weten dat sommigen die bescherming echt nodig hebben. Waarschijnlijk onbewust, maar het laat zien dat maskerweigeraars de mensen die zulke bescherming zoeken toch echt als minderwaardig beschouwen.

En daarbij blijft het niet. Het niet-dragen van een masker is niet voldoende. De afwijzing ervan moet actief en zichtbaar worden uitgevoerd. Mensen die maskers dragen, moeten worden uitgejoeld en vernederd. ‘Corona! Corona!’ Er moet worden gestaard, hardop gelachen, er moet met de ogen worden gerold. Mensen die om wat voor reden dan ook de vele risico’s van een covid-besmetting serieus nemen, zijn op de één of andere manier ondraaglijk voor de maskerweigeraar. Waarom? Omdat dit soort mensen het niet verdient om te bestaan.

Is dit een vorm van fascisme?

Gezondheid-suprematisme is in de kern fascistisch. Strikt genomen is fascisme een historische beweging die begon in het begin van de 20e eeuw in Italië en later overging in het nazisme in Duitsland. Het was de beweging die leidde tot de Holocaust, een massaslachting die precies in lijn lag met de manier waarop fascisten de wereld zien: een gewelddadige intolerantie voor iedereen die als ‘inferieur’ wordt beschouwd. Na de Tweede Wereldoorlog bleven nieuwe fascistische bewegingen deze ideologieën nieuw leven inblazen. De steeds zichtbaarder rechtse militiegroeperingen in de Verenigde Staten zijn daar een goed voorbeeld van. Hetzelfde geldt voor de Brits Nationalistische Partij in het Verenigd Koninkrijk, en voor Voorpost en Forum voor Democratie in Nederland (de laatste heeft momenteel zetels in het Nederlandse parlement).

Hoewel fascisme een historische beweging is, kun je de ideologische kern hiervan ook a-historisch verwoorden. Fascistische bewegingen draaien om de overtuiging dat één groep in de samenleving het ‘natuurlijke’ recht zou hebben om de rest te domineren. Deze (volgens de fascisten) ‘superieure’ groep moet zogenaamd ‘puur’ worden gehouden. Vrij van genetische corruptie of lichamelijke vervuiling, want anders raakt deze (naar eigen zeggen) ‘bevoorrechte’ groep verzwakt. Uitsluiting, ongelijkheid, eugenetica en geweld zijn in hun ogen volkomen gerechtvaardigd om de bloei van de zogenaamd bevoorrechte groep te bevorderen. Zo bezien is het duidelijk dat suprematistische ideologieën op zijn minst een fascistische kern hebben: ze pleiten allemaal voor een samenleving waarin één groep ‘natuurlijke’ rechten zou hebben om de rest te overheersen. Ongeacht hun historische achtergrond heeft dus elke suprematistische beweging een fascistische ideologie.

Wat is de fascistische kern van gezondheid-suprematisme? Dat is het idee dat degenen die (verondersteld) gezond zijn, op de een of andere manier ‘betere’ mensen zouden zijn, en dat de samenleving de belangen van deze groep mag en moet beschermen ten koste van anderen. (In plaats van opkomen voor de belangen en het welzijn alle mensen in de samenleving als geheel.) Let op dat dit weer een (krom) beroep op essenties is: degenen die toevallig gezond zijn, of zichzelf als gezond beschouwen, worden verondersteld inherent, intrinsiek en misschien zelfs genetisch beter te zijn dan anderen. Iedere psycholoog kan je vertellen dat dit soort essentie-denken een kinderlijke aantrekkingskracht op ons heeft, en daarom kan het ook zo verleidelijk lijken als een verklaring voor mensen hun gezondheidsstatus. (Overigens, niks garandeert dat mensen die gezondheid-suprematisme aanhangen ook daadwerkelijk zelf gezond zijn. Alles in dit wereldbeeld draait om het uiterlijk en het beeld van gezond en sterk zijn. Iemand die gelooft een natuurlijk sterke gezondheid te hebben kan heel goed allerlei onbekende of niet-erkende onderliggende aandoeningen hebben, of deze proberen te verbergen.)

In dit opzicht werkt gezondheid-suprematisme cognitief precies hetzelfde als andere, bekendere vormen van suprematistisch denken: wit suprematisme en mannelijk suprematisme. Wit suprematisme projecteert een fantasie van het sterke, witte lichaam. Mannelijke suprematisme fantaseert over de superioriteit van de man. En op dezelfde manier projecteert gezondheid-suprematisme een fantasie van de superioriteit van het natuurlijke gezonde lichaam. Iedereen die ziek is of een beperking heeft, wordt als gevolg als minderwaardig bestempeld. Volgens de gezondheid-suprematist komen sociale rechten en voordelen toe aan ‘gezonde mensen’. Iedereen die daar niet onder valt, heeft minder recht op bestaan. Idealiter zouden de mensen die ziek zijn of een beperking hebben helemaal niet bestaan. (Opnieuw, hopelijk ten overvloede: een misselijkmakend wereldbeeld.) Activisten die zich uitspreken voor de rechten van mensen met een beperking waarschuwen al decennia voor deze gevaarlijke opvattingen. Zijn deze opvattingen fascistisch? Jazeker, daar twijfel ik geen seconde aan.

Validisme en eugenetica als uitdrukking van gezondheid-suprematisme

De ideologie die ik tot nogtoe heb beschreven is nauw verbonden met een fenomeen dat ‘validisme’ wordt genoemd. (Van het Engelse ‘ableism’, in het patroon van: racisme, seksisme.) Zoals K. Cassidy het omschrijft: “validisme is de bevooroordeelde behandeling van mensen met een beperking onder de veronderstelling dat ze inferieur zijn”. Validistisch gedrag en beleid belemmert en ondermijnt het welzijn van mensen met één of andere vorm van beperking. Validistische taal veronderstelt dat mensen met een beperking minder waard zouden zijn, of negeert hun specifieke vorm van handelingsvrijheid. Cassidy en vele anderen hebben omschreven hoe de reactie op de COVID-19-pandemie sterk validistisch is geweest en validisme in de samenleving heeft doen toenemen.

Je kunt validisme zien als een specifieke uitdrukking van gezondheid-suprematistisch denken. Gezondheid-suprematisme verheerlijkt een ideaal van het ‘van nature’ gezonde lichaam dat bestand is tegen ziekte en beperkingen. Als gevolg daarvan is het beeld van de samenleving dat het schetst vanaf het begin validistisch, omdat mensen met een beperking onvermijdelijk niet zullen voldoen aan dit ingebeelde ideaal. Maar gezondheid-suprematisme is breder dan validisme. Het beschouwt iedereen die ziek is of moeite heeft met herstellen als ‘inferieur’, naast mensen met aangeboren, chronische of erfelijke aandoeningen die door degenen die hiermee leven vaak helemaal niet als een beperking zouden worden beschouwd. Overigens wordt ook iedereen die niet met de suprematistische ideologie meedoet als ‘inferieur’ gezien.

Een steriel ogend bakje met reageerbuisjes. De meeste zijn leeg, maar twee zijn gevuld met een donkerrode vloeistof. Erboven zit een glasplaatje waarin het licht van wat lijkt op een TL-buis weerspiegelt.
Foto: cottonbro, via Pexels

De fantasie van gezondheid-suprematisme lijkt ook griezelig veel op het project van eugenetica. Eugenetica is een beleid dat probeert bepaalde erfelijke eigenschappen in een populatie te bevorderen. Meestal gebeurt dit door selectief voortplanten, gedwongen sterilisatie, of door het vermoorden van specifieke groepen mensen in de maatschappij. Het is duidelijk dat achter eugenetica een suprematistische gedachte schuilgaat. Eugenetica drijft immers op het idee dat mensen met bepaalde erfelijke eigenschappen zogenaamd ‘beter’ zouden zijn dan anderen. Tegelijkertijd verschilt gezondheid-suprematisme van eugenetica. De eerste is immers een denkwijze, de tweede een voortplantingsbeleid. En hoewel eugenetische ambities een duidelijke uitdrukking van gezondheid-suprematisme zijn, ze zijn zeker niet de enige. Zoals hierboven omschreven, drukt gezondheid-suprematisme zich in een reeks sociale houdingen uit, waaronder validisme en andere vormen van bevoorrechting op basis van gezondheid. Als we zouden aannemen dat gezondheid-suprematisme alleen te vinden is in een specifiek voortplantingsbeleid, dan lopen we het risico om andere schadelijke uitwassen van deze ideologie uit het oog te verliezen.

Wat kunnen we doen?

In zijn boek How to Stop Fascism zegt de journalist Paul Mason dat het bestrijden van fascistisch gedachtengoed begint met bewustwording van de ideologie en mythes die erachter spoken. We moeten beschrijven hoe die mythes werken, en er voortdurend doorheen willen prikken, iedere dag weer. Fascistische bewegingen worden gedreven door de overtuiging dat, zo schrijft Mason, de mensen die verondersteld worden ondergeschikt en inferieur te zijn, op het punt staan vrijheid en gelijkheid te krijgen. Het is uiteindelijk deze angst voor de rechten en het handelen van andere mensen die fascistisch geweld voedt.

Laten we dit terugvertalen naar gezondheid-suprematisme. De gezondheid-suprematist vreest dat mensen, ondanks dat zij niet aan het suprematistische ideaal voldoen, alsnog gewoon kunnen leven (en goed kunnen leven) wanneer de samenleving de juiste maatregelen, (gezondheids)voorzieningen en ondersteuning mogelijk maakt — op de werkvloer, in de buurt en in vriendschappen. En dat is niet zoals het hoort, zo is de gedachte, want dan zouden deze mensen hun inferioriteit verliezen (en de suprematist zijn of haar superioriteit). Met andere woorden, de angst dat iemand die niet past binnen de fantasie van het ‘van nature gezonde’ lichaam gaandeweg een gelijkwaardige status zouden kunnen krijgen voedt suprematistisch geweld.

Waar het ook de kop opsteekt moet fascisme worden tegengegaan. Net zoals we geen greintje wit-suprematistische of mannelijk-suprematistische ideologie moeten tolereren, zouden antifascisten hun krachten moeten bundelen om gezondheid-suprematistisch denken en bijbehorende uitdrukkingen te bestrijden.

Als je dit stuk tot op hier hebt gelezen, dan ga ik er vanuit dat jij ook een hekel aan fascistisch, suprematistisch denken hebt. Maar in dat geval, kijk dan eens of je de afgelopen maanden dingen hebt gezegd, gedaan, of van anderen door de vingers hebt gezien die toch suprematistische ideeën over gezondheid versterken. Wees eerlijk: de meesten van ons worden tegenwoordig omringd door zulke suprematistische ideeën, ofwel ingegeven door (online) media, of door kennissen of familie, of helaas zelfs door overheidsvoorlichting. Deze schadelijke ideeën zijn tegenwoordig vrijwel overal, dus niemand ontkomt er aan.

Vervolgens moet je ook eerlijk kijken naar hoe je zelf met deze ideeën omgaat. Maak je er stilzwijgend reclame voor, door ze te herhalen? Haal je je schouders op als iemand om gezondheidsredenen geen toegang wordt geboden tot een vergadering? Heb je het contact verbroken met een vriendin die chronisch ziek is geworden, omdat ze ziek is? Neem je het daardoor niet meer voor haar op? Ben je het er niet mee eens dat aanpassingen ter ondersteuning van mensen die ziek zijn of een beperking hebben nodig zijn? Zet je kennissen onder druk om in een binnenruimte af te spreken, ook al willen ze dat liever niet? Zeg je tegen jezelf dat ‘het niet meer hoeft’, terwijl bepaalde mensen om je heen wél graag een mondkapje dragen?

Verander dat gedrag. Verander, ook al is het ongemakkelijk. Als mensen om je heen zich zo gedragen, wijs hen dan op wat ze aan het doen zijn. Grijp in, om dat impliciet suprematistische gedrag te veranderen. Want ook al is het impliciet, het blijven uitdrukkingen van een suprematistische ideologie. Fascistisch gemompel.

Om woorden van Gorcenski een draai te geven: De gezondheid-suprematie wil jouw aandacht niet. Het wil je passiviteit en stilzwijgen. Geef het niet wat het wil.

--

--

Maarten Steenhagen
Maarten Steenhagen

Written by Maarten Steenhagen

Philosopher and writer. Uppsala, formerly Cambridge. Writes about culture, psychology, and the dreadful state of the world. Sometimes writes about tech as well.

No responses yet